Met een regularisatieaanvraag vraag je een lang verblijf aan bij de gemeente in België waar je verblijft. Zo’n aanvraag omwille van humanitaire redenen is ook wel bekend als een “9 bis aanvraag”. Iemand die om medisch redenen een lang verblijf aanvraagt, dient een “aanvraag 9 ter” in.
Een lang verblijf moet je eigenlijk aanvragen bij de Belgische Ambassade die bevoegd is voor jouw land.
Een regularisatieaanvraag omwille van humanitaire redenen heeft enkel zin als je kan bewijzen dat je onmogelijk kan terugkeren naar jouw land om daar de aanvraag in te dienen bij de Belgische Ambassade.
Het feit dat je hier al 15 jaar in België verblijft, dat je Nederlands spreekt, dat je gewerkt hebt, dat je geen strafregister hebt, dat je kinderen hier geboren zijn, dat je hier geïntegreerd bent, zijn allemaal geen geldige redenen waarom je niet kan terugkeren naar jouw land om daar de aanvraag in te dienen. Het feit dat je geen geld hebt om terug te keren, dat je in jouw land geen onderdak hebt, enz. wordt ook niet aanvaard als reden waarom een aanvraag in jouw land bij de Belgische ambassade onmogelijk is.
De meeste aanvragen worden dus geweigerd omdat de “buitengewone omstandigheden” (waarom je de aanvraag niet kan indienen in jouw land) niet bewezen zijn.
Indien je beslist terug te keren naar jouw land om daar de aanvraag in te dienen, dan is het niet zeker of je ook wel daadwerkelijk een visum (type D) zal krijgen. Een aantal verblijfstatuten staat uitgebreid beschreven in de Vreemdelingenwet, bijvoorbeeld gezinshereniging, arbeidsmigratie, buitenlandse studenten, enz. Voldoe je aan deze voorwaarden dan mag je er op vertrouwen dat een visum (type D) zal worden afgeleverd.
Bij andere of humanitaire redenen is dat niet zo zeker. De Staatssecretaris voor Migratie en zijn Dienst Vreemdelingezaken kunnen daar vrij over beslissen.