Alain Slock over het ontstaan van de OverKop-huizen
Dit jaar nog komen er 25 nieuwe OverKop-huizen bij in Vlaanderen en Brussel. Een van de drijvende krachten achter die uitbreiding is Alain Slock, inhoudelijk directeur van CAW Oost-Vlaanderen.
U stond aan de wieg van het OverKop-huis in Gent. Vertel eens hoe dat gegaan is.
‘De CAW’s hebben altijd al een belangrijke rol gespeeld in de eerstelijnszorg naar kwetsbare jongeren. Kijk maar naar hoe we jongeren helpen via het JAC, dat in de jaren 90 opgericht werd door voorlopers van het CAW. We hebben daarom ook altijd nauw samengewerkt met de jeugdzorg.’
‘Zo’n 10 jaar geleden stelden we ons echter de vraag of de jeugdzorg niet anders aangepakt moest worden, naar aanleiding van een prangend maatschappelijk probleem. Onderzoek toonde immers aan dat 1 op 5 jongeren op een bepaald moment in zijn of haar leven met pyschische problemen te kampen krijgt, dat het thema moeilijk bespreekbaar is en de stap naar gespecialiseerde hulp veel te groot.’
‘CAW Oost-Vlaanderen droomde al een tijdje van een soort ‘huis’ waar jongeren vrij konden binnenlopen om een luisterend oor te vinden, maar ook voor sociaal contact, om vrijblijvend deel te nemen aan een activiteit. Als het dan zou blijken dat die jongere nood heeft aan gespecialiseerde hulp, zou hij of zij gewoon de trap moeten kunnen oplopen voor een eerste gesprek.’
‘Rond diezelfde tijd werden we uitgenodigd door Dokter Eric Schoentjes, kinderpsychiater aan het UZ Gent. Zijn afdeling was op basis van Europees onderzoek tot dezelfde vaststellingen gekomen. We spraken af om samen met een aantal andere partners, zoals CLB en CGG, onze droom te proberen realiseren.’
‘De Rode Neuzen actie van VTM, rond het thema psychische kwetsbaarheid bij jongeren, kon op geen beter moment gelanceerd worden. Wij grepen die kans met beide handen en werden een van de goede doelen die een deel van het ingezamelde geld kreeg. En zo werd onze droom werkelijkheid. Sinds 2016 zijn we effectief gestart met de zoektocht naar een pand en het uitbouwen van partnerships.’
Ik hoor u vaak verwijzen naar samenwerkingen en partnerships. Hoe belangrijk zijn die volgens u in het verhaal van de OverKop-huizen?
‘Onmisbaar. Wil je deze nieuwe vorm van jeugdzorg een kans geven, dan moet je de dingen ook op een andere manier aanpakken. Neem nu de samenwerking tussen CAW en het OverKop-huis in Gent. Wij kozen er in Gent voor om het JAC onder te brengen in het OverKop-huis enzo het verhaal al voor een deel te helpen dragen en het levensvatbaar te maken. Andere samenwerkingen die het OverKop-huis in Gent heeft lopen, zijn met de afdeling kinder- en jeugdpsychiatrie van het UZ Gent, de CLB’s van de drie verschillende netten, de centra geestelijke gezondheidszorg, de VZW JES en de stad Gent. Andere OverKop-huizen werken anders of met andere partners, maar overal is het een verhaal van samenwerking.
Het voordeel van zo’n sterk netwerk van dragende partners is dat je er samen op kan toezien dat de doelstellingen van OverKop zuiver blijven. Ook wat fondsenwerving betreft, heeft de samenwerking alleen maar voordelen: nu is er van concurrentie geen sprake en dragen we samen hetzelfde verhaal uit.’
U bent zelf inhoudelijk directeur van CAW Oost-Vlaanderen. Kan u de rol van CAW in het tot stand komen van de OverKop-huizen kort toelichten?
‘Als CAW hebben wij veel geleerd uit de oprichting van de eerste vijf OverKop-huizen. Die ervaring zal zeker van pas komen nu beslist werd om het netwerk uit te breiden naar 30 huizen.’
‘Wat ons als CAW een sterke partner maakt in dit verhaal, is niet alleen de manier waarop we jongeren bereiken, maar ook onze capaciteit om bruggen te bouwen tussen lokale besturen en gespecialiseerde zorg. Wij hebben zowel contacten bij de lokale besturen als bij de gespecialiseerde zorg. We zien het als onze taak om alle partners rond de tafel te krijgen. Het OverKop-huis in Gent is een mooie case studie. Voeg daar de juiste mensen en een portie goesting aan toe, en je bent vertrokken voor een nieuw succesverhaal.’
Lees ook: