‘Ook na een werkdag blijf ik nadenken over het lot van dak- en thuislozen en de gevolgen van de coronamaatregelen op hun leven.’
Tijdens de lockdown kregen we het advies om zoveel mogelijk in ons ‘kot’ te blijven. Maar wat als je geen ‘kot’ hebt? Voor dak- en thuisloze Limburgers was 2020, nog meer dan anders, een zwaar jaar. Anouck, begeleider bij Woonteam Thuislozencentrum (TLC), blikt terug op een bewogen werkjaar. Lees nu haar getuigenis.
Dag Anouck, met welke vragen klopten mensen bij jou aan tijdens de crisis?
‘Voor het eerst in mijn loopbaan bij het CAW deed ik de telefoonpermanentie van de directe opvang. Daar kan iedereen die zich in een crisissituatie bevindt 24u per dag, 7 dagen op 7 terecht. Aan de telefoon krijg ik oproepen binnen van mensen die door de coronamaatregelen niet langer bij familie terechtkunnen. Ik krijg ook verhalen te horen van mensen die geconfronteerd worden met geweld in hun gezin. Zij krijgen opvang aangeboden in een vluchthuis op een geheim adres.’
Dat klinkt heftig. Hoe komt dit allemaal binnen bij jou?
‘Die verhalen grijpen me enorm aan. Ik neem ze soms mee naar huis. Gelukkig kan ik rekenen op mijn collega’s als ik nood heb om te ventileren. De batterijen opladen blijft tot op vandaag een uitdaging door de maatregelen. Ook na een werkdag blijf ik nadenken over het lot van dak- en thuislozen en de gevolgen van de coronamaatregelen op hun leven. Door de avondklok en het sluiten van de horeca kunnen ze op minder plaatsen terecht om zich op te warmen, te slapen, iets te eten of te drinken. Dat is schrijnend.’
Die verhalen grijpen me enorm aan. Ik neem ze soms mee naar huis.
Welke impact had corona op de werking van het TLC?
‘Tijdens de eerste lockdown werkten we met een minimumbezetting. Collega‘s waren ook bang om besmet te worden. In normale omstandigheden verblijven bewoners maximum 3 weken in de directe opvang. Door corona stokte de doorstroom naar bv. andere opvanginitiatieven of een huurwoning. De maximumverblijfstermijn werd verlengd om te vermijden dat mensen op straat belandden. Twee keer per dag namen we de temperatuur van iedereen. Het leek wel een tafereel uit een film! We kregen daarbij ondersteuning van de straathoekverpleger van ZorgGGroep Zin en zijn twee stagiaires. Als bewoners andere klachten hadden, namen ze de tijd om ook daarnaar te kijken.’
Hoe breng je de coronamaatregelen in praktijk op een plek waar veel mensen samen wonen?
‘Tweepersoonskamers werden éénpersoonskamers om de afstandsregels te respecteren. Daardoor daalde het aantal beschikbare opvangplaatsen. Het TLC had ook net een grote renovatie achter de rug waardoor we over studio’s beschikken om bewoners meer op maat en individueel te begeleiden. Deze werking draait nog steeds niet op volle toeren omdat we enkele studio’s vrijhouden voor het geval een bewoner in quarantaine moet.’
Twee keer per dag namen we de temperatuur van iedereen. Het leek wel een tafereel uit een film!
In normale omstandigheden werk je in de algemene opvang, een plek waar bewoners voor een langere periode terechtkunnen. Wat is de invloed van corona op die werking?
‘Tijdens de eerste lockdown was er een schaarste aan beschermingsmateriaal. Daardoor konden we geen veilige face-to-face contacten organiseren. We weken hier enkel van af in crisissituaties. Zodra we wel coronaproof konden werken met oa mondmaskers en schermen van plexiglas planden we opnieuw één-op-één gesprekken in met bewoners.’
Hoe reageerden de bewoners van de algemene opvang op al deze veranderingen?
‘Bewoners hebben vaak nood aan voorspelbaarheid, veiligheid, vertrouwen en nabijheid. Ze ervaren de coronacrisis als uitzichtloos. Dit perspectief beïnvloedt de begeleiding. Een mondmasker bemoeilijkt ook de gesprekken. We kunnen elkaars gelaatuitdrukkingen niet goed zien. We zetten in op blended hulpverlening (link naar artikel Kelly Verbeeck) om het contact vast te houden. Een scherm kan echter een face-to-face contact nooit vervangen. We stellen ook vast dat we moeten blijven inzetten op sensibilisering. In het TLC hebben we al te maken gekregen met besmettingen en quarantaines. Bij elk voorval gaan we reflecteren over wat er is gebeurd en hoe we dit in de toekomst anders kunnen doen.’
Door nauwer samen te werken, leer je collega’s beter kennen en groeit je respect voor hun werk.
Sommige zaken die pre-corona voor bewoners vanzelfsprekend waren, zijn dat nu niet meer, bv. samen tv kijken, koken of eten. Hoe ga je daarmee om?
‘Bewoners mogen samen tv kijken in de leefruimte als ze een mondmasker dragen. Dat vindt niet iedereen even aangenaam. Sommigen trekken zich daardoor meer terug in hun kamer. Ook de gezellige kook- en eetmomenten kunnen we niet meer op de oude manier organiseren. De maaltijden gaan door in een grote refter waar de tafels en stoelen op 1,5 meter afstand van elkaar staan. Dit zorgt voor meer afstand tussen hulpverleners en bewoners en bewoners onderling. We proberen te zoeken naar vervangende activiteiten om het gezellig te maken, bv. een gezelschapsspel in kleine groep of een wandeling.’
Welke good practice uit 2020 neem je mee naar 2021?
‘Door de crisis hebben de drie teams die onder het dak van het TLC zitten meer samengewerkt. We hielden samen de werking draaiende in een moeilijke tijd en vonden veel steun bij elkaar. Door nauwer samen te werken, leer je collega’s beter kennen en groeit je respect voor hun werk. Ook aan de samenwerking met de straatverpleger bewaar ik goede herinneringen. De stap naar een dokter zetten is voor veel bewoners moeilijk. Zijn aanwezigheid werkte drempelverlagend. En wandelen! Dat willen we na de pandemie met onze bewoners blijven doen. Tot die tijd blijven we ons smijten en proberen we elke dag ons werk zo goed mogelijk te doen.’
In 2020 hielp CAW Limburg mensen met 4 443 vragen over wonen en thuisloosheid. Ook tijdens de coronacrisis bleven de deuren van de CAW-opvanginitiatieven geopend voor dak- en thuislozen. Het CAW wil iedereen een thuis geven. Daar staan we voor. Wil je meer weten over het coronajaar van CAW Limburg? Lees nu het jaarverslag.