Door hoge huurprijzen verblijven mensen langer in de dak- en thuislozenopvang
Stel je even voor. Je bent mama van vijf kinderen en belandt plots op straat. Het overkwam Asma. Ze werd met haar gezin uit haar woning gezet door de huisbaas. Uiteindelijk vond ze onderdak bij Ohana in Boechout, een opvang voor vrouwen en gezinnen van CAW Antwerpen.
“Mijn man en ik huurden al sinds 2005 een appartement in Antwerpen, maar dat begon na verloop van tijd heel wat gebreken te tonen: een kapotte boiler, schimmel op de muren, gevaarlijke losliggende elektriciteit… We hadden lange tijd geen verwarming, met vijf kinderen, in putje winter. We vroegen de huisbaas om die zaken te herstellen, maar hij weigerde. We moesten het zelf maar doen. Daarom trok ik naar de rechtbank, maar dat haalde niets uit. Niet veel later kreeg ik een brief dat we het huis moesten verlaten. Intussen was de woning ook onbewoonbaar verklaard.” Voor de man van Asma kwam hun gedwongen vertrek als een donderslag bij heldere hemel. “Hij is diabetespatiënt, raakte in paniek, kreeg een hypo (een sterke daling van de bloedglucosespiegel, red.) en belandde in een diepe coma. Intussen ligt hij al negen maanden aan de machines gekluisterd. Ik moest mijn werk als poetsvrouw opgeven om voor de kinderen te zorgen. Intussen zitten we hier bij Ohana en lijkt er niet meteen een oplossing in zicht.”
Geen alleenstaand geval
Het verhaal van Asma is geen alleenstaand geval. In verschillende provincies wordt de wachttijd langer voor dak- en thuislozen die geholpen willen worden. Dat bevestigen verschillende afdelingen van het CAW. In Oost-Vlaanderen loopt de wachttijd intussen op tot een jaar, vroeger was dat zes maanden. Dezelfde tendens is merkbaar bij CAW Zuid-West-Vlaanderen (Kortrijk-Menen-Waregem).
“Het kan nu tot een jaar duren eer iemand geholpen kan worden”
“Wij krijgen gemiddeld tien aanvragen per week en hoewel we heel wat opvangmogelijkheden hebben, kunnen we ze niet allemaal beantwoorden”, zegt Rudy Schollaert, inhoudelijk directeur bij CAW Zuid-West-Vlaanderen. “We zoeken toch altijd naar een oplossing, in het eigen netwerk, via het regionaal crisiscentrum, in de dag- en nachtopvang,… maar dat is allemaal niet structureel. Eigenlijk zijn we permanent bezig met tijdelijke oplossingen te zoeken. Vooral voor grote gezinnen groeit het probleem.”
Wachtlijsten
Asma zocht lange tijd zelf naar een oplossing, maar liep met telkens haar hoofd tegen de muur. “De huurprijzen op de privémarkt zijn onbetaalbaar geworden. Voor een ruime gezinswoning in Antwerpen betaal je snel 1.250 euro per maand. Ik klopte ook al aan bij het Vlaams Woningfonds, maar via hen kan ik niet genoeg lenen om een woning aan te kopen. Ik heb lange tijd als poetsvrouw gewerkt. Door de gebeurtenissen met mijn man werk ik nu even niet, waardoor ik geen lening kan krijgen. En de wachtlijsten van de sociale woningen zijn ongelofelijk lang.” Volgens Melissa Dos Santos, hulpverlener bij Ohana, wordt Asma ook geweigerd omwille van de kinderen. “Ze heeft een vast vervangingsinkomen, maar vijf kinderen schrikt heel wat huurbazen af. Dat is jammer, want het zijn fantastische gastjes.”
Oplossing
“Elke euro die je investeert in woonbegeleiding verdient zichzelf terug en vermijdt grotere maatschappelijke kosten en leed”
Piet Steenssens, beleidscoördinator Wonen bij CAW Antwerpen, ziet de problematiek voor gezinnen met veel kinderen alleen maar erger worden. “Wij doen er nochtans alles aan om hen te helpen. We proberen zelfs via sponsoring huurwaarborgen te betalen voor die mensen, maar dan nog kunnen ze de maandelijkse huurlast op de privémarkt, die veel te hoog is, niet dragen.” Om een beter beleid te kunnen voeren, zijn drie zaken nodig, volgens Steenssens. “Doe onderzoek naar het aantal dak- en thuislozen, voorzie op basis van deze cijfers voldoende woningen én investeer in woonbegeleiding. Elke euro die je investeert in woonbegeleiding verdient zichzelf terug en vermijdt grotere maatschappelijke kosten en leed.”
Minister van Welzijn Wouter Beke (CD&V) investeert 1,5 miljoen euro in Housing First, een begeleidingsproject voor dak- en thuislozen. Dat telt op zich geen woningen. “Wij spreken daarvoor lokale besturen en andere partners aan zoals de sociale verhuurkantoren en sociale huisvestingsmaatschappijen, zodat het een vorm van samenwerking wordt. Zij kunnen in betaalbare woongelegenheden voorzien en het CAW kan zich op de begeleiding focussen”, reageert minister Beke .“Die partners kunnen in de praktijk ook niet direct in woningen voorzien en zo komt Housing First moeilijk van de grond”, repliceert Steenssens. “Nochtans is dit volgens ons wel de structurele oplossing voor dak- en thuisloosheid.”
Tekst door Nikita Vindevogel
Foto door Ivan Ruck
Verschenen in De Zondag, 21 november 2021