Het Compañero-project: de laatste strohalm voor dakloze jongvolwassenen
In het Waasland en Zuid-Oost-Vlaanderen zijn onlangs intersectorale teams opgericht om dakloze jongvolwassenen te ondersteunen. Het Compañero-project richt zich op jongeren tussen 17 en 25 jaar die dakloos zijn of dat dreigen te worden. We spraken met Els Cologne, begeleider bij het team Waas en Dender.
Wat is het Compañero-project precies en wat wil het bereiken?
“Het Compañero-project is een samenwerking tussen verschillende sectoren: organisaties uit geestelijke gezondheidszorg, het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap (VAPH), bijzondere jeugdzorg en het CAW. Samen proberen we jongvolwassenen te ondersteunen die tussen de mazen van het reguliere hulpverleningsnet vallen. Veel van hen hebben een verleden in de jeugdzorg of andere hulpverlening, maar bevinden zich nu op straat. We willen hen helpen een stabieler leven op te bouwen met als prioriteit een dak boven het hoofd. Wij zijn hun laatste strohalm, ze komen bij ons omdat alle andere opties zijn uitgeput. We willen hen de kans bieden om een toekomst op te bouwen, ondanks de moeilijke weg die ze hebben afgelegd.”
Waarom zijn deze intersectorale teams nodig?
“Tijdens de dak- en thuislozentelling van 2022-2023 bleek dat 19,8 % van de daklozen jonger is dan 25 jaar. Dat is bijna één op de vijf, en dat cijfer is wellicht nog een onderschatting. Een aanzienlijk deel van hen komt uit de bijzondere jeugdzorg en staat op hun achttiende plots op eigen benen, zonder netwerk of begeleiding, en dan loopt het soms fout. Om hier verandering in te brengen heeft het Agentschap Opgroeien structurele middelen vrijgemaakt, wat heeft geleid tot de oprichting van het Compañero-project. Het is ons doel deze jongeren te helpen door hen van de straat te halen en een stabiel leven op te bouwen.”
Wat houdt het traject binnen Compañero in?
“We bieden een intensieve begeleiding van één jaar. In die tijd werken we samen met de jongere aan vijf doelen: een stabiel inkomen verkrijgen, een vaste woonplek vinden, hun persoonlijk netwerk versterken, een zinvolle dagbesteding organiseren en hun mentaal welzijn verbeteren. We doen dit niet voor hen, maar samen met hen, zodat ze zelf stappen leren zetten.”
Hoe pakken jullie de nijpende woonproblematiek aan?
“Het vinden van een vaste verblijfplaats is een van onze grootste uitdagingen. Veel jongeren zijn sofasurfers, die gaan van vriend naar kennis en overnachten daar een tijdje. Dat is uiteraard geen duurzame oplossing. We proberen out-of-the-box te denken door gebruik te maken van burgerinitiatieven, leegstaande panden, ergens een caravan of soms een tentje te plaatsen. Maar we hebben geen woningen op voorraad, dus dat blijft een enorm struikelblok.”
Wat maakt jullie doelgroep zo kwetsbaar?
“De jongeren die we begeleiden hebben vaak een complexe achtergrond. Zo’n 30% komt uit de bijzondere jeugdzorg. Anderen kampen met psychische problemen zoals persoonlijkheidsstoornissen of psychosegevoeligheid. Ook jongeren met een verstandelijke beperking of gedragsstoornis behoren tot onze doelgroep, evenals jongvolwassen vluchtelingen met een beschermingsstatuut die hun begeleiding zijn verloren. Vaak hebben ze een klein of slecht netwerk en zijn ze moeilijk te bereiken via de reguliere hulpverlening.”
De jongeren die we begeleiden hebben vaak een complexe achtergrond.
Hoe komen jongeren bij jullie terecht?
“Jongeren kunnen zichzelf aanmelden of aangemeld worden via instanties zoals het JAC of door outreachend werk. Ook werken we samen met straathoekwerkers en andere hulporganisaties om jongeren te vinden die tussen de mazen van het net vallen. Ons team bekijkt dan of ze in aanmerking komen voor begeleiding. Krijgen ze een GO dan kunnen we tot negen uur investeren in één jongere. De hoofdbegeleider doet dat zes uur per week, de co-begeleider nog eens drie uur. Dat zijn negen uur waarin we aanklampend kunnen werken.”
Wat is jouw persoonlijke motivatie om deze jongeren te begeleiden?
“Ik ben opgegroeid in een jeugdinstelling en weet hoe moeilijk het is om na de jeugdzorg je leven op te bouwen. Dat ik die ervaring met me meedraag, helpt bij het opbouwen van vertrouwen met de jongeren die ik begeleid. Ze weten dat ik begrijp waar ze doorheen gaan en dat schept een band.”
Dit artikel verscheen in Magis
Dit artikel verscheen ook in Magis, het magazine van CAW Oost-Vlaanderen (jaargang 11, nr. 4, okt-nov-dec). Blijf op de hoogte: schrijf je in en ontvang Magis in je brievenbus of digitaal.