Interview met Sofie Delrue, hulpverlener bij CAW
Ze werkt al twintig jaar bij CAW. Ze startte als hulpverlener voor mensen in detentie bij Justitieel Welzijnswerk, daarna werkte ze voor Dader In-Zicht en als gedragstrainer.
Momenteel combineert ze een functie bij het ambulant begeleidingsteam met het zorgtraject voor daders van seksueel geweld.
Interview met collega Sofie Delrue van CAW Noord-West-Vlaanderen.
Sofie: Ik begeleid mensen die door de justitiehuizen worden doorverwezen vanwege seksueel grensoverschrijdend gedrag. Samen onderzoeken we de aanleiding van hun gedrag en hoe we herhaling kunnen voorkomen. Mijn rol is om hen daarin te ondersteunen door patronen zichtbaar te maken, gevoelens en behoeften te bespreken en te zoeken naar gezondere copingmechanismen en gedragsalternatieven.
Over welke feiten gaat het dan?
Sofie: Veel cliënten worden doorverwezen vanwege internetgerelateerde feiten, zoals kinderporno of sexting. Bij hands-on delicten, waar er fysiek contact was met het slachtoffer, gaat het om situaties waarin de toestemming vaag was of waarin de dader vaak heel wat denkfouten maakt rond wat fout en grensoverschrijdend is en dat gedrag goed probeert te praten. Vaak heeft de persoon problemen op meerdere levensdomeinen. Hoewel de zwaarte van de feiten voor ons geen tegenindicatie is, merken we dat tweedelijn vaak meer geschikt is omwille van psychiatrische stoornissen.
“Het taboe is groot, ze durven er niet over praten en dat belemmert hun verantwoordelijkheidsgevoel. Ze verdwalen in hun eigen gedachtegang en verliezen de controle.”
Waarom plegen mensen deze feiten?
Sofie: Vaak gaat het om onvervulde behoeften. Mensen ervaren bijvoorbeeld verlies, gebrek aan erkenning of een gevoel niet gezien te worden. Het moment dat ze grensoverschrijdend gedrag plegen of er gedachten rond hebben, speelt schaamte en schuld vaak een belangrijke rol. Het taboe is groot, ze durven er niet over praten en dat belemmert hun verantwoordelijkheidsgevoel. Ze verdwalen in hun eigen gedachtegang en verliezen de controle. Dat is wat ik vaak hoor in de gesprekken. Ook het romantische ideaalbeeld en denkfouten over liefde kunnen een rol spelen, evenals culturele bepaalde denkbeelden, zoals het idee dat toestemming in een huwelijk vanzelfsprekend is.
Wat geven cliënten zelf aan als redenen voor hun gedrag?
Sofie: Het gaat vaak om stress of andere spanning. We werken vanuit het Good Lives Model, dat zich richt op welzijn en het versterken van mensen om hun patronen en behoeften te herkennen. Welke thuissituatie hebben ze gekend? Welk beeld hebben zij over gezonde relaties? Wat is een gezonde relatie als je bent opgevoed in een gezin met geweld of seksueel overschrijdend gedrag? Op welke manier ga jij om met grenzen? Door met cliënten in gesprek te gaan, verkennen we alternatieve manieren om met onvervulde behoeften om te gaan.
Werk je ook met de omgeving van de cliënt?
Sofie: Ja. Bij de intake vraag ik wie op de hoogte is en hoe zij de situatie ervaren. Soms kan het dat ze plots en onverwacht bij een huiszoeking op de hoogte zijn gebracht en ook zelf nog tijd nodig hebben om ermee om te gaan. Het is belangrijk om te weten of de cliënt iemand in zijn omgeving heeft of niet.
Hoe verloopt een begeleidingstraject?
Sofie: Cliënten worden meestal door justitiehuizen doorverwezen en moeten zelf contact opnemen, wat een minimale motivatie laat zien. Ik leg hen uit dat ze hier terechtkunnen zonder dat mensen in het gebouw weten waarom ze er zijn, wat de schroom al wat verlaagt. Dat eerste gesprek roept meestal wel weerstand op. De eerste reactie waarom ze er zijn, is vaak “omdat ik moet”, maar na verloop van tijd veranderen ze naar “omdat het mag” en uiteindelijk “omdat ik zelf wil.” Ik vind het elke keer waardevol dat ik als hulpverlener het mandaat krijg om te luisteren en om in gesprek te gaan. Ik keur het gedrag niet goed, ze hebben schade berokkend, maar de mooiste doelstelling die we kunnen bereiken is dat we kunnen werken naar herstel. Zowel naar het slachtoffer als naar de maatschappij.
Denk je dat er maatschappelijk nog dingen kunnen verbeteren rond dit thema?
Sofie: De #MeToo-beweging heeft seksueel grensoverschrijdend gedrag meer bespreekbaar gemaakt, maar ik zie nog veel ruimte voor verbetering, bijvoorbeeld in scholen. Daarnaast zou ik graag meer samenwerken met de VAPH-sector of met organisaties rond cultuursensitiviteit, of een begeleiding doen samen met een imam bijvoorbeeld. En ik denk dat we preventief nog veel kunnen doen: opbouw van spanning, grenzen aangeven, respectvol omgaan met elkaar… Daar zijn we het spoor wat bijster geraakt.
Hoe reageren cliënten meestal op de begeleiding?
Sofie: Cliënten tonen vaak dankbaarheid, vooral omdat ik soms de enige ben met wie ze kunnen praten over wat er is gebeurd. Door deze gesprekken merken ze dat schaamte en schuld bespreekbaar zijn. Sommigen gaan uiteindelijk thuis ook gesprekken aan over de situatie, wat positieve veranderingen teweeg kan brengen.
Hoe reageert je omgeving op je job?
Sofie: Vroeger kreeg ik vaak negatieve reacties, maar ik merk in mijn omgeving meer interesse op. Mensen zien nu het belang van mijn werk, want deze cliënten functioneren in onze maatschappij en moeten kansen krijgen om het anders aan te pakken. Mensen appreciëren het dat ik hieraan bijdraag, maar ze voegen er meestal wel aan toe dat zij dit werk zelf niet zouden kunnen doen.
Heb je zelf een klik moeten maken om deze job te doen?
Sofie: Die klik maakte ik al tijdens mijn werk in de gevangenis. Daar werken we met mensen die worden gestraft voor vaak zware feiten, maar als mens nauwelijks worden gezien. Door een niet-veroordelende houding, kreeg ik snel de kans om moeilijke gesprekken te voeren en voelde ik dat ik een verschil kon maken.
“Ik denk dat we preventief nog veel kunnen doen: opbouw van spanning, grenzen aangeven, respectvol omgaan met elkaar…Daar zijn we het spoor wat bijster geraakt.”
Kan je het werk makkelijk loslaten?
Sofie: Ja, al blijft er altijd een stukje dat ik mee naar huis neem. Ik heb drie tienerdochters, ik weet wat er allemaal kan gebeuren, ik waarschuw hen ook over veilig gedrag online en in relaties. Helemaal loskoppelen zal ik nooit doen, maar ik denk niet dat het me belet in mijn werk. Ik probeer een balans te vinden waarin ik zowel professioneel als persoonlijk zorgzaam blijf.
Welke boodschap wil je meegeven aan andere professionals?
Sofie: Dat het belangrijk is om zonder oordeel te luisteren en authentiek te blijven. Ook hoop ik dat hulpverleners een team hebben waar zij hun grenzen kunnen aangeven en moeilijkere dingen kunnen bespreken over hoe je bijvoorbeeld in gesprek kan blijven gaan als het je zo raakt. Je moet daarin ook eerlijk zijn naar je client, zeggen dat het bijvoorbeeld niet lukt om zelf het gesprek te doen, of dat je tijd nodig hebt. Zoek naar iemand die er voor jou kan zijn. Dat draagt bij aan het welzijn van zowel jou als professional als de cliënt.
En aan cliënten?
Sofie: Soms kan een kleine verandering een nieuwe stroom in gang zetten. Onze rol bij het CAW is om dat mogelijk te maken, door mensen kleine, haalbare stappen te laten zetten, zoals bijvoorbeeld terug contact opnemen met een familielid, eens samen naar een buurtcentrum gaan, een oplossing te zoeken voor financiële problemen… Dat maakt een groot verschil en geeft hen de kracht om met hun problemen om te gaan. Mensen in beweging brengen, die hoop binnenbrengen bij cliënten, zeker rond dit thema, vind ik de kern van mijn werk.
Waar kan je terecht voor meer informatie?
- CAW heeft een aanbod voor plegers van seksueel grensoverschrijdend gedrag
- Lees onze nieuwsbrief rond dit thema
Interview: Annik Verheyen