"Laat kinderen met een naaste in de gevangenis voelen dat ze niet alleen zijn."

Wat als iemand uit je familie plots verdwijnt omdat die in de gevangenis zit? Voor heel wat kinderen is dat geen fictief scenario, maar realiteit. Toch blijft het een groot taboe. Er wordt over geroddeld op school, kinderen worden gemeden, en in veel gezinnen wordt er amper of niet over gepraat.

Bij CAW Centraal-West-Vlaanderen organiseren ze daarom gespreksgroepen voor kinderen van naasten in detentie. Waarom zijn die groepen belangrijk en wat doen ze er precies.
Een gesprek met Stanse Vandewalle, trajectbegeleider in de gevangenis.

Waarom organiseert CAW gespreksgroepen voor kinderen van naasten in detentie?

Stanse: Detentie is voor kinderen moeilijk te begrijpen én moeilijk bespreekbaar. In de klas zeggen dat bijvoorbeeld je broer in de gevangenis zit, dat is niet evident. Het roept schaamte op, of angst om uitgesloten te worden. Kinderen denken soms heel zwart-wit. Goed of fout. Hoe kan iemand een lieve mama zijn, maar toch iets gedaan hebben waarvoor ze in de gevangenis zit?

De gespreksgroepen helpen om die nuance aan te brengen. Daarnaast hebben kinderen, maar ook volwassenen, vaak een standaardbeeld van een gevangenis. Wat stel jij je voor bij een gevangenis? Juist: een oranje uniform en tralies. Wij leggen hen uit wat er echt gebeurt. Welke weg legt je papa af als hij binnenkomt? Wat gebeurt er achter de muren? Hoe ziet zijn dag eruit? De sessies zijn er om vragen te beantwoorden, maar vooral om kinderen te laten voelen dat ze niet alleen zijn.

“Kinderen voelen zich vaak alleen in hun situatie. Contact met lotgenoten met een gelijkaardig verhaal maakt het bespreekbaar”

Wat gebeurt er precies in die gespreksgroepen?

Stanse: De kinderen nemen vrijwillig deel aan drie sessies van telkens ongeveer twee uur. De eerste sessie draait rond kennismaken en gevoelens delen. We starten met een spel, zodat iedereen zich op z’n gemak voelt. Wij als begeleiders doen ook mee, dat helpt om vertrouwen op te bouwen. Daarna mogen de kinderen met Duploblokken hun gezin of familie uitbeelden. Het moet niet meteen over detentie gaan. We vragen gewoon: wie is belangrijk voor jou, en waarom?

We gebruiken ook kleurplaten die emoties voorstellen, en vragen de kinderen om een tijdlijn van hun leven te maken. Dat kan helpen om ook moeilijke momenten, zoals de start van een detentie, in beeld te brengen. Elke sessie sluiten we af met gevoelskaartjes en complimenten. Dat ritueel herhalen we telkens opnieuw.

Gaat het in de volgende sessie meer over het thema detentie?

Stanse: Ja. Dan vertellen de kinderen, opnieuw via Duploblokken, of ze de arrestatie hebben meegemaakt. Wat voelden ze toen? Daarna bespreken we het bezoek aan de gevangenis. We tonen foto’s van herkenbare plekken, zoals de metaaldetector of bezoekersruimte. Als een kind al op bezoek is geweest en een ander nog niet, kunnen ze ervaringen uitwisselen. Dat lotgenotencontact werkt vaak enorm verbindend.

We tonen ook minder zichtbare plekken, zoals de sportzaal of leeshoek. En we laten een filmpje zien dat toont wat er gebeurt wanneer iemand de gevangenis binnenkomt. Dat helpt om fantasieën of angstige beelden te doorbreken. Bij oudere kinderen leggen we ook termen uit als ‘raadkamer’ of ‘rechtbank’. Samen bekijken we welke stappen nog kunnen volgen.

“Kinderen denken soms in zwart-wit. Goed of fout. Hoe kan iemand een lieve mama zijn, maar toch iets gedaan hebben waarvoor ze in de gevangenis zit?”

Waarop ligt de focus in de derde sessie?

Stanse: Die sessie draait rond afronding en versterking. Elk kind mag een vertrouwenspersoon meebrengen: een ouder, begeleider, leerkracht, grote zus… Samen doen we oefeningen uit de methode ‘Rots en Water’. We werken rond thema’s als vertrouwen, grenzen stellen, weerbaarheid en emoties tonen. Sommige kinderen bloeien echt open. Een meisje vroeg aan het einde: “Mag ik de complimentenronde beginnen?” Dat was voor haar een grote stap – dat ze het durfde en wou, was prachtig om te zien.

Wat maken kinderen mee tijdens zo’n detentieperiode van een naaste?

Stanse: Heel uiteenlopende emoties. Verdriet, boosheid, verwarring, maar soms ook opluchting. Een meisje zwaaide haar papa letterlijk weg van haar Duploblokjes. Haar zusje, dat naast haar zat, miste hem juist enorm.

Sommige kinderen zijn boos omdat hun ouder iets fout deed. Andere snappen het gewoon niet. En sommigen zijn opgelucht, bijvoorbeeld als er thuis veel ruzie of geweld was. Kinderen hebben vaak niet de woorden om hun gevoelens te benoemen. Daarom starten we elke sessie met gevoelskaartjes. Elk kind vertelt hoe het zich voelt – en dat gevoel mag veranderen. In de groep mogen kinderen zichzelf zijn, ook als het allemaal nog onduidelijk is.

Wat doen de gespreksgroepen met hen?

Stanse: De sessies geven erkenning, houvast en perspectief. Ze leren hun gevoelens benoemen, krijgen inzicht in hun situatie en vinden steun bij elkaar.

Ik denk vaak terug aan een sessie met drie meisjes. Twee waren zusjes, iets ouder dan het derde meisje. Ze ontfermden zich over haar, gaven complimentjes, deelden hun verhaal… Ze wilden bij de volgende sessies zeker terugkomen, speciaal voor haar. Kinderen voelen zich verbonden met elkaar, vaak zonder dat ze elkaar eerder kenden. Tijdens de complimentenronde zie je hoe positief ze elkaar beïnvloeden. Een kind zei ooit tegen mij: “Je bent een baas.” Ze vond dat ik er stoer en rustig uitzag. Dat blijft hangen, natuurlijk.

Sommige kinderen willen na de sessies ook individueel begeleid worden. We geven altijd ons kaartje mee. Ze weten: ik mag altijd terugkomen.

Hoe vinden kinderen deze gespreksgroepen?

Stanse: Iedereen die vragen heeft rond dit thema, kan CAW contacteren. Zelf verspreiden we de informatie in onze eigen werkingen, maar ook via CLB’s, leefgroepen, scholen en andere hulporganisaties. Toch blijft de instroom beperkt. Het taboe is groot. Niet elk kind of gezin durft de stap te zetten. We hopen dat mond-tot-mondreclame het verschil kan maken.

Dat taboe doorbreken is net wat jullie willen bereiken?

Stanse: Ja, en we willen meer bewustzijn creëren, minder schaamte, en vooral: een plek waar kinderen zich gehoord voelen. Er zijn veel meer kinderen met een naaste in detentie dan we denken, maar het blijft vaak onzichtbaar.

Een samenwerking met scholen lijkt me krachtig. Leerkrachten willen vaak helpen, maar weten niet altijd goed hoe. Als we samen kunnen zitten, kunnen we echt iets betekenen. Maak het bespreekbaar in de klas, zonder iemand te benoemen. Zo hoeft niemand zich te schamen.

Zoek je meer informatie rond dit thema? Zit je zelf met vragen of bezorgdheden? 

Contacteer een CAW in je buurt.  Ben je tussen 12 en 25 jaar?  Contacteer JAC, het jongerenaanbod.

Interview: Margaux Ghesquière