Snelle en toegankelijke hulp voor kinderen in nood

In een wereld waar crisissituaties onverwacht kunnen opduiken, biedt het Crisismeldpunt voor minderjarigen een essentiële levenslijn voor ouders, hulpverleners en minderjarigen in Oost-Vlaanderen. Deze dienst, die deel uitmaakt van het bredere Crisisteam van het CAW, is 24/7 bereikbaar en staat klaar om snel en adequaat te reageren op noodsituaties. Of het nu gaat om een agressie-incident, familiaal geweld, of een suïcidale crisis, het Crisismeldpunt biedt ondersteuning en zoekt naar oplossingen. In dit interview laten we collega Tine Notredame, medewerker in de crisishulpverlening, erover aan het woord.

Kan je uitleggen wat het Crisismeldpunt Minderjarigen is?

“Het is een dienst die 24/7 bereikbaar is voor ouders of hulpverleners die in een crisissituatie zitten waar een minderjarige bij betrokken is. Ook minderjarigen zelf kunnen bij ons aanmelden. Een crisis daaronder verstaan we een gevoel dat er hier en nu iets moet gebeuren naar aanleiding van een voorval of incident. Bijvoorbeeld een ouder die heel veel problemen heeft met het gedrag van een kind, en waar er na een agressie-incident contact opgenomen wordt met ons. Maar evengoed kan het gaan over politie die tijdens een interventie in een gezin terecht komt waar er heel wat vragen zijn over de veiligheid van de aanwezige kinderen. Of situaties van intra-familiaal geweld, of hoogoplopende ruzies waarbij buren de politie bellen omdat ze er niet gerust in zijn. Het gaat soms ook over suïcidale minderjarigen waarbij ouders of CLB-medewerkers niet meer weten wat te doen, en daarom met ons contact opnemen.”

Wat doen jullie dan?

“We proberen de vraag goed te begrijpen, en in kaart te brengen wat er gebeurd is en welke hupverlening er al bij betrokken is. Dan proberen we in eerste instantie een consult te bieden: we kijken of we de mensen telefonisch kunnen verder helpen of er betrokken hulpverlening geactiveerd kan worden. Indien dat niet mogelijk is, zijn er drie grote modules die we kunnen inzetten. Ten eerste een crisisinterventie, mobiel (partners) of ambulant bij ons op de dienst, waar we in een aantal gesprekken proberen uit te klaren wat er precies aan de hand is, en wat er nodig is. We kunnen ook schakelen naar een crisisbegeleiding, waarbij de kinderen thuis blijven wonen, en partners die crisisbegeleiding aanbieden aan huis gaan om te kijken hoe we crisissen in de toekomst kunnen vermijden. Ze gaan samen op zoek naar wat nodig is om het crisisgehalte te doen afnemen en wat kan helpen op lange termijn. Dit wordt om maat van het gezin bekeken en kan vb gaan over geschikte vrijetijdsbesteding, of bijkomende ondersteuning van het thuisnetwerk. Tot slot is er ons meest ingrijpend aanbod: crisisopvang van zeven plus zeven dagen in combinatie met crisisbegeleiding bij/door partners. We proberen uit te klaren op welke manier de minderjarige terug naar huis of netwerk kan en wat hiervoor nodig is.

Het crisishulpverleningsaanbod is kortdurend. We focussen op het stabiliseren van de crisis in het hier en nu, wat niet altijd leidt tot ideale oplossingen. We proberen zoveel als mogelijk betrokken hulpverlening te activeren zodat er na het crisistraject andere hulpverleners zijn die het gezin verder kunnen ondersteunen.”

Welke partners zijn er bij het Crisismeldpunt Minderjarigen betrokken?

“In de provincie Oost-Vlaanderen werken we samen met een drieëndertigtal vzw’s. In grote lijnen zijn dit partners VAPH, partners Opgroeien, maar ook binnen Radar de collega’s van geestelijke gezondheidszorg en dan nog enkele specifieke partners. Het is een zeer uitgebreid netwerk, een van de grootste van Vlaanderen en Brussel.”

Onze laagdrempelige bereikbaarheid is een troef. Ook het feit dat in Oost-Vlaanderen het crisismeldpunt ingebed is in het Crisisteam van het CAW, want hierdoor zijn we 24/7 voor alle leeftijden bereikbaar.

Hoe is dat netwerk ontstaan?

“Een aantal voorzieningen hebben de handen in elkaar geslagen en gezegd: we zullen een aantal bedden vrijhouden om voor kinderen die in acute nood zijn heel snel iets te kunnen betekenen. In eerste instantie was het netwerk bedoeld voor kinderen en jongeren die nog niet binnen hulpverlening gekend waren. Het was de bedoeling om hen indien mogelijk buiten de hulpverlening te houden door hun thuisnetwerk te ondersteunen en te versterken. In het begin waren er vier crisismeldpunten voor min en plus 12-jarigen. Sinds januari 2014 is er één centraal provinciaal crisismeldpunt. Het aantal aanmeldingen blijft ook jaar na jaar stijgen, dus voldoende personeelsleden om alle oproepen te beantwoorden blijft een uitdaging. Er zijn natuurlijk al uitbreidingen geweest, en stilaan komt vanuit de overheid ook meer gesubsidieerd aanbod voor crisisbegeleiding. Sinds voorjaar 2016 hebben we een gemeenschappelijk stuurgroep met Radar Crisis.”

Wat is de eigenheid van het CAW in het crisisnetwerk?

“Onze laagdrempelige bereikbaarheid voor een brede doelgroep is een troef. Ook het feit dat in Oost-Vlaanderen het crisismeldpunt minderjarigen ingebed is in het Crisisteam van het CAW. Hierdoor zijn we 24/7 zowel telefonisch als fysiek bereikbaar voor crisisaanmeldingen voor alle leeftijden. Dat die twee opdrachten door één dienst georganiseerd worden, biedt een enorm voordeel. Daarnaast is er binnen het CAW een grote diversiteit aan kennis en hulpaanbod, dus we kunnen ook intern schakelen. Zelf hebben we natuurlijk ook een enorm netwerk van partners waar we beroep op kunnen doen voor crisishulpverlening en een duidelijk beeld van de reguliere hulpverlening zowel voor minderjarigen als voor volwassenen.”

Het CAW zet ook sterk in op netwerken.

“Zowel voor jongeren als volwassenen. We proberen met diensten als het mobiel crisisteam van Het Pakt, SKIPI, en het Team Acute Zorg van ADS, ook nauwe contacten te onderhouden en structureel te overleggen. Binnen het crisisteam heb ik een specifieke opdracht. Ik krijg tijd en ruimte om deel te nemen aan structureel overleg met de crisisdiensten zowel voor jongeren als volwassenen, netwerkenoverleggen jeugd, overleggen in het kader van projectoproepen, … zodat we op de hoogte blijven van alle evoluties in het werkveld. We proberen blijvend goed afgestemd te zijn op elkaar, en daarom moet je soms ook dingen herhalen, gemaakte afspraken eens van onder het stof halen. Daarnaast ben ik vanuit mijn functie ook gemakkelijk bereikbaar voor feedback van aanmelders en partners. We gaan meteen aan de slag met hun noden en zorgen. Zo kunnen bijvoorbeeld misverstanden of dingen die fout gelopen zijn geen al te grote proporties aannemen. Binnen het crisisteam is bewust gekozen om te investeren in een aanpreekpunt voor (samenwerkings)partners. Dat is een zeer belangrijke functie binnen het crisisnetwerk, omdat er zo altijd iemand is die op lange termijn de zaken kan vasthouden. Want de crisishulpverleners denken natuurlijk vooral in het hier en nu. We zitten ook regelmatig samen met onze aanmelders, bijvoorbeeld het Parket of het VK, en we ondernemen ook proactief actie als aanmeldingen niet zo goed lopen. We zitten ook in alle overleggroepen rond jeugdhulp in de provincie, en stuurgroepen zoals vb. de stuurgroep zorggarantie van het jonge kind. Er is dus een bewuste focus op partnerschap, en zelfs al lijkt de inhoud van een overleg niet meteen aan te sluiten op onze crisispraktijk, ook dan is het zinvol om vanuit crisis een inbreng te kunnen doen en te netwerken. Want interpersoonlijke relaties zijn ook zeer belangrijk. Ik doe dit werk nu tien jaar, en continuïteit in deze functie is zeer belangrijk. Je kan zowel naar contacten als inhoudelijk steeds verder bouwen aan het crisisnetwerk. Vanuit het crisisteam CAW OVL is dus gekozen voor een persoon met deze specifieke functie, iemand die vlot bereikbaar is en het versterken van samenwerking als hoofdtaak heeft, en dat loont.”

Moet Jeugdhulp nog altijd een bepaald aantal bedden vrijhouden?

“Ja, we hebben nu een vijftiental verzekerde plaatsten crisisopvang. Dat is niet voldoende, maar wij zijn ook geen voorstander om het aantal opvangplaatsen telkens weer uit te breiden. Liever zouden we zien dat er gewerkt wordt aan de oorzaken van de constante stijging van het aantal oproepen. Zowel binnen Jeugdhulp als binnen GGZ. Anders blijven we met het gevoel zitten dat we het grote aantal aanmeldingen niet meester kunnen. Het zijn ook meestal terechte aanmeldingen, natuurlijk hebben we ook de consultfunctie waar we hulpverleners proberen te verstreken, maar dat heeft ook limieten. Want het gros van de aanmeldingen is terecht, en we zien dat de hulpverleners al heel wat stappen gezet hebben. Ze botsten natuurlijk ook vaak op wachtlijsten.”

Zijn er nog andere knelpunten?

“Sinds 2014 is het Crisisnetwerk opengesteld voor gerechtelijke aanmeldingen, bijvoorbeeld consulenten van de jeugdrechtbank. Dat zorgt voor heel wat problemen in situaties die acute opvang nodig hebben. Ze vragen geen vraagverduidelijking of interventie van ons, maar ze hebben gewoon een bed nodig, en vaak voor een langere periode dan zeven plus zeven dagen. Dat is natuurlijk niet waar het crisisnetwerk voor bedoeld is. Het is een complex probleem, omdat er ook geen alternatief is: die kinderen zijn soms echt wel in gevaar, dus we begrijpen dat er bij ons aangemeld wordt. Maar deze situatie zorgt ervoor dat we op sommige momenten eigenlijk geen aanbod meer hebben voor huisartsen, CLB-medewerkers, hulpverleners, kortom gans de eerste lijn die aanmeldt. Alle bedden zijn immers bezet door kinderen die daar tijdelijk “geparkeerd” worden, en dat is een groot probleem. Deze kinderen en jongeren hebben nood aan een veilige en stabiele plaats op lange termijn en dit kan niet geboden worden door een kortdurende en onzekere crisisplaats.”

En vanuit de overheid?

“Men zegt altijd wanneer er extra middelen komen dat we innovatief moeten nadenken, en creatief uit de hoek moeten komen. Maar wij zouden natuurlijk ook graag hebben dat proefprojecten worden verlengd als zij hun nut bewezen hebben. Of dat iets dat maar voor beperkt grondgebied wordt gesubsidieerd, uiteindelijk structureel in de ganse provincie kan uitgezet worden. We steken veel tijd en energie in de ene projectoproep na de andere, waarbij we iets volledig nieuw uit de grond moeten stampen. Bijvoorbeeld: vroegtijdige crisisinterventies. Dus eigenlijk krijgen we de opdracht om voor de crisis te gaan interveniëren. Dat is niet onze corebusiness: we krijgen tijdelijk de opdracht om dit op vindplaatsen te gaan inzetten. Het project loopt anderhalf jaar, en dat is met veel van die projecten het geval. Het biedt natuurlijk ook wel opportuniteiten, maar een signaal kan toch zijn: spreid de projectoproepen een beetje, doe er geen vier per jaar. Ook het tekort aan medewerkers is een knelpunt: zowel binnen het crisiswerk als in de voorzieningen. Want als er bijvoorbeeld ergens vacatures voor opvoeders niet ingevuld raken, heeft dat gevolgen voor het aantal beschikbare plaatsen. Er zijn ook partners die wel middelen bijgekregen hebben, maar geen personeel vinden. Om in crisissen te kunnen werken, moet je toch liefst al een vijftal jaar ervaring hebben, en het is niet zo dat er op de markt veel van die profielen rondlopen.”

 

Over Crisisnetwerk Jeugdhulp

In 2023 werden 1.239 trajecten doorlopen voor 658 minderjarigen. Daarnaast boden we crisisopvang aan 175 kinderen en jongeren.

Onze crisishulp was meer dan ooit volledig bezet, met een toename van 7% in de bezetting van het crisisbeddenaanbod. Een belangrijke factor in deze toename was de verlenging van de duur van de crisisopvang, voornamelijk omdat er geen reguliere residentiële plek beschikbaar was.

Dit artikel verscheen in Magis

Dit artikel verscheen ook in Magis, het magazine van CAW Oost-Vlaanderen (jaargang 11, nr. 3, jul-aug-sep). Blijf op de hoogte: schrijf je in en ontvang Magis in je brievenbus of digitaal.