Je bent niet aansprakelijk voor de schulden van je zoon. Dit betekent dat de schuldeiser bij jou hiervoor geen betaling mag vorderen. Maar… indien jouw zoon de schulden niet betaalt, zal vroeg of laat een gerechtsdeurwaarder aangesteld worden om deze te innen. Als jouw zoon dan bij je inwoont, zal deze zich tot jou wenden. Hij heeft dan het recht alles wat zich in jouw woning bevindt, ook te beschouwen als eigendom van je zoon. Je kan dit vermijden door te bewijzen dat jouw zoon niet de eigenaar is van de roerende goederen in de woning. Dit kan door aankoopfacturen én betaalbewijzen (zoals bewijs van bankcontact of uittreksels) van alle meubels en huishoudtoestellen goed bij te houden, zodat deze kunnen worden voorgelegd aan de gerechtsdeurwaarder.
Een ander alternatief is om – voor je zoon terug thuis komt wonen – de inboedel te laten inventariseren door een gerechtsdeurwaarder via een proces-verbaal van vaststelling. Dit document moet geregistreerd worden in een registratiekantoor. Op deze manier kan aangetoond worden dat deze goederen aan jou toebehoren en wordt discussie hierover vermeden.